Een ode aan Willem van Hanegem

INTERLANDS: 52
GEBOREN: 20 februari 1944 te Breskens
DOELPUNTEN: 6

Zal Nederland ooit een populairdere voetballer hebben gekend dan volksjongen Willem van Hanegem? Als Johan Cruijff de voorkeur van de hogeschool had, dan werd Van Hanegem door de gewone man op handen gedragen. De geboren Zeeuw maakte naam bij de ware volksclub Feyenoord, die hij twee jaar na zijn aantreden de Europa Cup voor landskampioenen bezorgde.

Jock Stein, de coach van de verliezende finalist, Celtic, prees de nummer 10 van de tegenpartij op die mei-avond van 1970 de hemel in. ‘We hebben hier meer verloren door Van Hanegem dan door de goals van Israel en Kindvall. Onbegrijpelijk wat die man allemaal kan met dat linkerbeen. Ik vind het even onbegrijpelijk dat een man zonder startsnelheid een heel middenveld kan bestrijken.’

Willem van Hanegem zou binnen de kortste tijden als een der grootste voetballers van Europa worden erkend, was de stellige overtuiging van Stein. Die mening had tot tevoren ook postgevat in Nederland, mede op grond van Van Hanegem in de befaamde Europese duels tegen wereldkampioenen als Milan waar de doorbraak in de beoordeling van de groten plaatsvond.

Van Hanegem, al 25 toen hij zo werd bezongen, was een laatbloeier. De jongen uit de Utrechtse volksbuurt Oudwijk speelde tot zijn zestiende voor een speeltuinvereniging, werd afgewezen door Elinkwijk en DOS, maar kwam bij Velox snel tot wasdom. Trainer Daan van Beek herkende het talent en liet hem diens vrijheid en creativiteit.

In 1966 werd hij, opvallend genoeg als spits, voor tachtigduizend gulden aan Xerxes/DHC verkocht. Twee jaar later had hij met 26 doelpunten de topscorerslijst, twee treffers minder dan Ove Kindvall van Feyenoord. Toen in 1968 Xerxes/DHC werd opgeheven, was international Van Hanegem onderdeel van een package-deal.

Van Hanegem had zelf wel naar Ajax gewild. Hij hecht niet aan het Rotterdamse affiche. Voorzitter Jaap van Praag was voorstander van de aankoop. Trainer Rinus Michels vond de middenvelder evenwel te traag en eenzijdig. De gouden driehoek Cruijff-Keizer-Van Hanegem was daardoor slechts in het Nederlands elftal te bewonderen. De acht jaren bij Feyenoord waren de gloriejaren van Van Hanegem. Hij gold als een superprofessionele speler die zijn hele bestaan aan de geliefde sport offerde. “De Kromme is getrouwd met voetbal en gaat vreemd met zijn vrouw,” was de opvatting.

De bijnaam De Kromme,  weer in zwang gebracht door de journalist Maarten de Vos, had Willem van Hanegem al van jongs af. Hij kreeg hem in Utrecht, wegens zijn gebogen houding. Hij vond zichzelf lelijk lopen. “Alsof ik met een zak van vijf kilo loop te sjouwen.” Zijn kromme benen, o-benen, droegen bij aan de beeldvorming, maar vooral zijn effectballen gaven het begrip De Kromme iets magisch.

Linkspoot  Willem van Hanegem kon met het rechterbeen niets anders dan steun zoeken en trapter de ballen die voor de binnenkant rechtvoet waren bestemd aan de buitenkant van de linkerschoen. De Spielmacher, die bekendstond om zijn meesterlijke vertragen, wilde bij de pass geen tijd verliezen.

De curve was nieuw en kreeg gretig navolging. Het gaf een unieke tint aan het bijzondere palet dat Van Hanegem de voetballiefhebber bood. Daar waren minder fraaie kleuren bij. De middenvelder stond bekend om zijn hardheid. Zelf kon hij tegen een stootje. Hij speelde het liefst zonder scheenbeschermers, met afgezaagde kousen zoals zijn twee favorieten uit de Italiaanse competitie, Omar Sivori en Mario Corso.

Zijn opzwaaiende armen, waarmee hij menig tegenstander trof, werden door de schrijver Jan Wolkers vergeleken met die van een zwaan. Willem van Hanegem kon niemand aan zijn lichaam velen. Zijn verkenning van de fysieke en arbitraire grenzen in een wedstrijd had alles te maken met zijn overheersende winnaarsinstelling. De Kromme kon niet tegen zijn verlies en was bereid alles in het werk te stellen om dat te voorkomen. Bij Feyenoord maakte hij met Rinus Israel en Theo Laseroms deel uit van de afdeling gewapend beton, waarmee de technische hegemonie van Ajax viel te doorbreken. In het Nederlands elftal bewees hij die niet-ontziende eigenschap in 1972, toen hij samen met de spijkerharde Johan Neeskens de 0-0 in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen België in Antwerpen uit het vuur sleepte.

In 1974 verkeerde Van Hanegem in de vorm van zijn leven. Supervisor Michels kon, zeker na de afzegging van Gerrie Mühren, niet om hem heen. Hij speelde een ijzersterk WK, werd door de Britse kenner Brian Glanville tot beste speler van het toernooi uitgeroepen, maar het missen van de hoofdprijs kwam bij Van Hanegem extra hard aan. Hij, de jongen die zijn vader en een broertje verloor in een bombardement in 1944, kon Duitsers niet uitstaan.

Niet voor niets noemde hij de raakgeschoten vrije trap uit 1975, in de interland in Frankfurt, het hoogtepunt uit zijn loopbaan. Hij deed dat op afgetrapte schoenen, met de bijzondere typenaam Adidas Van Hanegem, bedoeld voor voetballers met zwakke enkels. ‘Mijn grote tenen staken erdoor heen.’ De fabrikant wilde dat hij op nieuwe exemplaren speelde. De eigengereide Van Hanegem ging op zijn gevoel af en krulde de vrije trap, voor 1-1, in de kruising.

In 1976 kwam de carrière van Willem van Hanegem in zwaar weer. Als invaller voor Wim Rijsbergen werd hij in de halve finale van het EK Voetbal, in Zagreb tegen Tsjechoslowakije, van het veld gestuurd. ‘Clive Thomas flikte me,’ sprak hij over de scheidsrechter uit Wales die hem voor tijdrekken uitsloot. Bij Feyenoord was hij die zomer reeds als zondebok voor mindere tijden aangewezen. PSV en AZ ’67 kwamen op de markt voor hem, concurrent Ajax mocht niet meebieden. Bij AZ kreeg Van Hanegem nog twee mooie jaren, maar zijn eeuwige gekanker – een mengeling van ontevredenheid met zichzelf en kritisch oog op andermans prestaties – brak hem op.

In 1978, het jaar van het WK in Argentinië, wilde AZ van hem af. Bij het Nederlands elftal bestond door het vertrek van Johan Cruijff een lacune in de macht. Alleen Wim Rijsbergen, Wim Jansen en Jan Boskamp namen het voor de hobbyboer uit Leerbroek op. Hij moest in het trainingskamp zelfs plaatsmaken aan de tafel van Ruud Krol en Wim Suurbier. Omdat de door hem bewonderde trainer Ernst Happel niet voor hem opkwam – assistent Jan Zwartkruis waarschuwde bij voortduring – gooide Willem van Hanegem zelf de handdoek. Het legendarisch tv-interview met Kees Jansma eindigde met een bijna-huilbui van de moeilijke beslissing die Van Hanegem had genomen. Een dik jaar later kreeg hij, nu als FC Utrecht-speler, nog zijn afscheidsinterland. Die haalde het niet bij de afscheidswedstrijd van Van Hanegem bij Feyenoord in 1983. Een uitverkochte Kuip, 63 duizend toeschouwers, kwamen de op het oude nest teruggekeerde speler uitwuiven. Zijn enkels waren versleten, de ogen rijp voor een staaroperatie, maar op gevoel speelde de veteraan nog een geweldige wedstrijd. Zijn pure inzicht in het voetbalspel leverde hem later een trainersloopbaan, met als hoogtepunten de landstitel in 1993 met Feyenoord en het kampioenschap van AZ in de eerste divisie in 1997.

Scroll naar boven